Bij een vertraagde taalontwikkeling blijft een kind op taalgebied duidelijk achter bij leeftijdsgenootjes. Er kunnen zich problemen voordoen in:
- taal begrijpen
- de taalvorm
- de taalinhoud
- en/of het taalgebruik
Taal begrijpen Bij problemen met het taalbegrip vindt het kind het moeilijk om te begrijpen wat anderen zeggen.
Taalvorm Bij problemen in de taalvorm blijven zinnen kort en ongestructureerd, er is sprake van grammaticaal onjuiste, ofwel ‘kromme’ zinnen en er is moeite met woordvorming.
Taalinhoud Bij problemen in de taalinhoud kan er sprake zijn van een kleine woordenschat en is het begrijpen en vertellen van verhalen moeilijk. Er wordt vaak over dezelfde vertrouwde onderwerpen gepraat, het is lastig om buiten het hier -en- nu te vertellen en het is moeilijk om de voorkennis van de gesprekspartner in te schatten. Bij het spreken zijn vaak stopwoorden, denkpauzes of herhalingen in de zinnen hoorbaar. Tevens kan er sprake zijn van woordvinding problemen.
Taalgebruik Bij problemen in het taalgebruik zijn er problemen met het gebruiken van taal in de communicatie en zijn er moeilijkheden in de communicatievoorwaarden; bijvoorbeeld beurtgedrag, luisteren en oogcontact in gesprekssituaties.